Stop femicide: #nieteenmeer
Het aantal gevallen van femicide – de moord op een vrouw, omdat ze een vrouw is – is in Nederland fors hoger dan in ons omringende landen. Het Landelijk Netwerk Veilig Thuis, met 25 regionale Veilig Thuis-organisaties, en het Landelijk Netwerk Vrouwenopvang – 24 organisaties – vinden dat zorgwekkend en roepen daarom het kabinet gezamenlijk op een integrale aanpak te ontwikkelen om dit aantal omlaag te brengen, onder de motto’s: #StopFemicide en #NietEénMeer.
Intieme terreur kenmerkt zich door een patroon van controle en dwang. Dit kan zich uiten in het isoleren, vernederen en/of intimideren van de partner, ernstig fysiek geweld en/of seksueel geweld, soms met een fatale afloop: femicide
High impact crime
In Nederland spreken we vaak over ‘geweld in de relationele sfeer’ of ‘een familiedrama’ als het gaat over femicide. Deze termen zijn verhullend, ze geven niet aan wat er daadwerkelijk aan de hand is. Femicide is een high impact crime, die ook als zodanig behandeld moet worden. Elke 8 dagen wordt er in Nederland een vrouw vermoord. Bijna altijd door haar man of ex-man. Vaak omdat een vrouw uit de relatie wil stappen of op een andere manier haar grenzen aangeeft.
Gender gerelateerd geweld
Het is van belang om te erkennen dat het bij femicide gaat om geweld dat gebonden is aan gender. Het overkomt vrouwen vaker dan mannen. 6 op de 10 vrouwen die tussen 2017 en 2021 in Nederland door geweld om het leven kwamen, werden door hun (ex-)partners vermoord. In onze maatschappij zijn vrouwen nog te vaak de ondergeschikte partij in een relatie en daarmee afhankelijker van de man dan andersom.
Intieme terreur
Bij femicide is er in veel gevallen sprake van een geweldsvorm die we intieme terreur noemen. Intieme terreur kenmerkt zich door een patroon van controle en dwang. Dit kan zich uiten in het isoleren, vernederen en/of intimideren van de partner, ernstig fysiek geweld en/of seksueel geweld, soms zelfs met een fatale afloop: femicide.
Gezamenlijke aanpak noodzakelijk
Het Landelijk Netwerk Veilig Thuis, de netwerkorganisatie van 25 regionale Veilig Thuis-organisaties, en het Landelijk Netwerk Vrouwenopvang Valente, waarbij 24 organisaties zijn aangesloten, roepen onder de motto’s #StopFemicide en #NietEénMeer op tot een gezamenlijke aanpak van femicide.
We roepen VWS en J&V op om te erkennen dat femicide een high impact crime is die een stevige, integrale aanpak nodig heeft. We roepen beide ministeries en het veld op om samen met ons de handen ineen te slaan en aan de slag te gaan met de volgende vijf acties:
- Ministerie van VWS: Zet in op preventie. Zorg voor bekendheid van de ernst van femicide zodat professionals zoals wijkteams, huisartsen en het onderwijs, omstanders en slachtoffers de signalen van intieme terreur en dreigende femicide herkennen en weten wat ze moeten doen, hoe ze het gesprek moeten aangaan. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van de video ‘Je staat er niet alleen voor’.
- Veld: Herken de rode vlaggen die kunnen duiden op intieme terreur, met het risico op een fatale afloop, zoals stalking, geweld tijdens de zwangerschap, poging tot verwurging en toenemend geweld. (Zie ook de factsheet intiem-terreur).
- Ministerie van VWS: Maak de hulpverlening laagdrempelig en toegankelijk. Dat kan door meer inloopcentra als Filomena (rotterdam.nl/centrum-huiselijk-geweld) of het Family Justice Centre te realiseren, maar ook door de chat van het meldpunt VeiligThuis.nl 24/7 beschikbaar te maken in plaats van uitsluitend tijdens kantooruren, zodat mensen die hulp zoeken daar altijd meteen terecht kunnen met hun verhaal.
- Ministerie van J&V: Zorg voor snelle opvolging na een melding. Bij een melding waarbij er sprake is van ernstig huiselijk geweld is het ondenkbaar dat er pas na zes weken contact wordt gelegd. Maak het mogelijk dat er binnen één week opvolging is na een dergelijke melding.
- Ministerie van J&V: Maak het veiliger om aangifte te doen, door de naam van degene die aangifte doet niet te vermelden of ervoor te zorgen dat een melding volstaat (net als bij strafbare kindermishandeling). In het algemeen roepen we Den Haag op om werk te maken van een stafrecht dat meer is ingericht op bescherming van het slachtoffer en minder op die van de dader.